Representatiesystemen
Onze zintuigen spelen een belangrijke rol in de communicatie. Communicatie start met zintuiglijk waarnemen. Je ziet iets, je hoort iets, je voelt iets, je ruikt of proeft iets en je reageert. Op basis van datgene wat we met onze zintuigen hebben waargenomen maken we een interne voorstelling, een gedachtepatroon. Deze interne voorstelling is niet gelijk aan de werkelijke ervaring, omdat we door de werking van onze filters zaken weglaten, vervormen en generaliseren.
In het communiceren met de ander doen we niets anders dan onze interne voorstelling naar buiten brengen. Met andere woorden; we ‘representeren’ de interne informatie. Hierbij gebruiken we weer dezelfde zintuigen die ons geholpen hebben om de interne voorstelling te maken. Dus als er in de interne voorstelling vooral zie-elementen zijn opgeslagen, zullen er veelal ook meer zie-aspecten worden benadrukt. Als er in de interne voorstelling meer gevoelselementen zijn opgeslagen, zal iemand meer gevoelsaspecten benadrukken. De verschillende manieren waarop we informatie kunnen waarnemen, verwerken, opslaan en opnieuw kunnen presenteren worden de representatiesystemen genoemd. Deze zijn:
- Visueel: zien (beeld)
- Auditief tonaal: horen (geluid)
- Kinesthetisch: voelen (stemming, aanraking en beweging)
- Olfactorisch: ruiken (geur)
- Gustatorisch: proeven (smaak)
- Auditief digitaal: redeneren, meten weten analyseren (met jezelf praten, interne dialoog)
We maken een onderscheid in primaire en secundaire representatiesystemen. Het auditief digitale systeem is het secundaire systeem. Het is aangeleerd. De andere systemen zijn primair.
Iedereen heeft alle representatiesystemen in zich en vaak blijkt dat iemand één systeem meer en vaker gebruikt dan het andere.
We spreken dan van het primaire representatiesysteem.
Je zou jezelf de vraag kunnen stellen of het altijd effectief is om dat specifieke systeem te gebruiken. Om succesvolte zijn in je communicatie is het belangrijk om flexibel te zijn in alle systemen en in de communicatie makkelijk de systemen af te kunnen wisselen.
Representatievoorkeurssystemen
V: visueel
Mensen die visueel zijn ingesteld staan of zitten vaak met opgeheven hoofd en/of lichaam. Zij ademen vaak vanuit het bovenste deel van hun longen. Ze zitten naar voren op hun stoel en zijn meestal goed georganiseerde, keurige, goed verzorgde mensen die een regelmatig leven leiden. Zij onthouden door het zien van beelden en zijn minder snel afgeleid door lawaai.
Vaak vinden zij het nog niet makkelijk om mondelinge aanwijzingen te onthouden, omdat hun gedachten geneigd zijn af te dwalen. Visueel ingestelde mensen zullen geïnteresseerd zijn in hoe je programma eruit ZIET.
Uiterlijk is voor hen belangrijk. Ze zijn vaak mager en soms heel dik.
A: auditief tonaal
Mensen die auditief ingesteld zijn ademen veel vanuit het midden van de borstkas. Een karakteristieke eigenschap is dat ze in zichzelf praten en dat ze gemakkelijk worden afgeleid door lawaai (sommigen bewegen zelfs hun lippen terwijl ze in zichzelf spreken). Zij kunnen jouw woorden gemakkelijk herhalen, leren door te luisteren en houden gewoonlijk van muziek en telefoneren. Auditief ingestelde mensen vinden het prettig te worden VERTELD of ze het goed doen en reageren op een bepaalde toon van de stem of groep woorden. Zij zullen geïnteresseerd zijn in wat je over je programma te zeggen hebt.
K: kinesthetisch
Een karakteristieke eigenschap van mensen die kinesthetisch zijn ingesteld is dat zij vanuit het onderste deel van hun longen ademen, zodat je hun maag tijdens het ademen ziet bewegen. Vaak bewegen en spreken zij heel langzaam. Zij zijn gevoelig voor fysieke beloningen, zoals schouderklopjes. Zij gaan ook dichter bij andere mensen staan dan visueel ingestelde mensen. Zij onthouden door iets te doen of ergens doorheen te wandelen. Zij zullen in je programma geïnteresseerd zijn wanneer zij vinden dat het ‘GOED AANVOELT”. Ze willen vaker dan anderen iets doen, ervaren.
Ad: auditief digitaal
Deze mensen praten vrij veel in zichzelf. Zij zullen willen weten of je programma ‘logisch beredeneerd is’. Auditief digitaal ingestelde mensen kunnen ook eigenschappen van de andere representatiesystemen vertonen. Ze maken opsommingstekens met hun handen. Meten, weten, analyseren is voor hen een gewoonte. Auditief digitaal is een secundair systeem, aangeleerd.
Eigenschappen van representatiesystemen
- Elk representatiesysteem kan het beste dat aspect van de wereld weergeven waarop het rechtstreeks reageert. Veel mensen komen in moeilijkheden doordat ze ervaring weergeven met behulp van een onjuist representatiesysteem.
- Digitale beschrijvingen vormen altijd een secundaire ervaring en daarom bevatten zij minder informatie dan de primaire ervaring die zij beschrijven.
- Auditief digitaal is waardevol als archiefsysteem:
– Om de ervaring te volgen
– Om richting aan te geven
– Om een samenvatting te maken
– Om conclusies te trekken
– Om ervaring in categorieën te rangschikken
– Om een plan op te stellen
– Om commentaar op onbewerkte gegevens te geven
– Om dingen te begrijpen - Auditief tonaal kan extra nadruk leggen en helpen bij het verhelderen van ruwe informatie.
- Visueel kan een enorme hoeveelheid gegevens gelijktijdig en onmiddellijk weergeven.
- Auditief verwerken is gebaseerd op volgorde en duurt langer dan visuele verwerking welke gelijktijdig plaatsvindt.
- Het kinesthetische systeem is trager en duurt langer dan de andere twee systemen.
- Bij het nemen van beslissingen is het doorgaans nog niet zo makkelijk om de verschillende mogelijkheden volledig weer te geven door alleen gebruik te maken van geluiden, woorden of gevoelens. Het visuele systeem is nuttig omdat men hiermee gelijktijdig verschillende opties kan uitbeelden en vergelijken.
- Kinesthetisch tactiel (aanraking) en proprioceptief (coördinatensysteem) helpen bij het verschaffen van ruwe info.
- Kinesthetisch meta is de primaire wijze waarop mensen ervaringen evalueren.
- Congruente gevoelens zijn op waarneming gebaseerde gevoelens of gebeurtenissen, die betrekking hebben op tast- of proprioceptieve gevoelens. Deze zijn zuiver op waarneming gebaseerde of zintuiglijke ervaringen zonder evaluaties.
- Metagevoelens zijn waardebepalende gevoelens over gebeurtenissen in reactie op criteria en hebben gewoonlijk een positieve of negatieve waarde. Ze zijn wat wij gewoonlijk emoties of gevoelstoestanden noemen. Metagevoelens kunnen het gevolg zijn van vroegere ankers, ervaringen en/of overtuigingen.