Mapping across/contrast analyse
A subject, B programmeur en C meta.
- A stelt de twee stemmingen (waarden of overtuigingen) vast die je wilt contrasteren; een gewenste en een ongewenste.
- B bepaalt de submodaliteiten van beide.
- B bepaalt de kritieke (drivers) submodaliteiten.
Of neem (als je de drivers nog niet weet) gewoonlijk de volgende aspecten als kritieke submodaliteiten: Locatie, helderheid, scherpte, associatie/dissociatie of afstand. - B creëert een lege ruimte en vult deze op, dat wil zeggen; elimineer de eerste en vervang de
Submodaliteiten van de eerste door die van de tweede. - Test en future pace.
In zogenaamde ‘swish patterns’ moet de huidige ongewenste stemming geassocieerd zijn (waardoor de huidige stemming tijdgebonden in het verleden blijft bestaan). De gewenste stemming dient gedissocieerd te zijn waardoor je richting geeft aan het brein.