Overtuigingen
Een overtuiging (in het Engels belief) is simpelweg iets dat we geloven (waar we een vaststaande mening over hebben).
Overtuigingen komen tot stand op grond van onze eigen ervaringen, maar ook door ervaringen van buitenaf. Cultuuroverdracht of het aannemen van een religie zijn hier voorbeelden van.
Overtuigingen zijn generalisaties over de werkelijkheid
Overtuigingen vormen de principes van waaruit we handelen. Zij zijn generalisaties over onszelf, anderen en de werkelijkheid om ons heen. Door onze overtuigingen zijn wij in staat om hooggewaardeerde criteria te bereiken of te vermijden. We denken vaak aan overtuigingen in de vorm van geloofsbelijdenissen of doctrines en in feite is dat ook het geval. De meeste van onze overtuigingen zijn echter onbewust. Zoals we niet bewust stilstaan bij onze behoefte aan zuurstof, doen we dat meestal ook niet bij onze overtuigingen.
“Wie ook het water ontdekt heeft, één ding is zeker, het waren niet de vissen.” In positieve zin zijn onze overtuigingen onze ongelimiteerde stimuli. Overtuigingen kunnen ons gedrag zeer sterk beïnvloeden. Het is een alom bekend verschijnsel dat we eerder in actie komen als we ergens daadwerkelijk in geloven. Geloven we dat iets onmogelijk is, dan kan niets ons van het tegendeel overtuigen.
Een overtuiging levert een direct commando aan ons zenuwstelsel. Als we geloven dat iets “waar” is, komen we in een “waarheidsstroom”.
Hebben we de stellige overtuiging dat we iets kunnen, dan zullen we ons potentieel aanboren en al onze vermogens aanwenden om ons doel te bereiken. We stemmen onze gedragingen af op onze innerlijke waarheid, waardoor de kans op een positief resultaat toeneemt. Positieve resultaten ondersteunen de overtuiging dat we iets kunnen. Zo creëren we onze eigen ‘selffulfilling prophecy’.
Overtuigingen worden op de logische niveaus gesitueerd op dezelfde hoogte als waarden, normen en criteria. Ze kunnen echter betrekking hebben op verschillende niveaus van de logische ordening. Zo kunnen we overtuigingen hebben over de omgeving waarin we ons bevinden (het is hier niet gezellig), op ons gedrag (zo doe je niet, dat zeg je niet), op onze capaciteiten (dat kan iedereen toch), op onze waarden (dat vindt iedereen belangrijk) en zelfs op onze identiteit (zo ben ik nu eenmaal).
Het worden als het ware principiële regels die onze waarneming, denken en gedrag sturen.
Overtuigingen hebben een grote impact op onze manier van leven. Onze aandacht is gericht op de bevestiging van onze overtuigingen. Stel dat we ervan overtuigd zijn dat we bijvoorbeeld dom zijn, dan zullen we elke situatie in ons leven vanuit dat perspectief benaderen. Er zullen zaken zijn waar we niet aan beginnen, omdat we er immers te dom voor zijn. Andere situaties zullen we niet met creativiteit, flexibiliteit of inventiviteit kunnen benaderen, we zullen onszelf blokkeren, omdat we dom zijn. We kunnen echter ook veel te veel bezig gaan zijn met bewijzen dat we juist niet dom zijn, waardoor ons gedrag met een te grote zwaarte wordt ingezet. De overtuiging op zich geeft ons dus nog geen inzicht in hoe we deze hanteren.
Een goede manier om achter overtuigingen te komen, is te vragen naar het waarom.
We komen dan met onze mening over de werkelijkheid: over wat wij geloven dat waar is.
Overtuigingen beïnvloeden ons leven op twee belangrijke manieren.
- Ze vormen de regels die ons in staat stellen om te gaan met verschillende omstandigheden.
- Ze bepalen de toon van een constante interne dialoog. Met deze dialoog geven we betekenis aan de gebeurtenissen om ons heen en evalueren we ons gedrag.