NLP Communicatiemodel
We nemen de buitenwereld waar via onze zintuigen. Via een intern proces worden de zintuiglijke waarnemingen omgezet in externe gedragingen. Dit proces (van waarneming tot gedrag) wordt weergegeven in het NLP-communicatiemodel.
Per seconde komen er zo’n 4,6 miljoen eenheden aan informatieprikkels op ons af. Als we deze chaos aan informatie bewust zouden moeten waarnemen raken we gemakkelijk overweldigd. Daarom filteren we deze informatie door onbewust dingen weg te laten, te vervormen en te generaliseren.
Op basis van onze waarneming en de filtering van de informatie vormen we een interne voorstelling, oftewel een gedachtepatroon. Deze interne voorstelling is opgebouwd uit beelden, geluiden, gevoelens, interne dialoog (woorden die je tegen jezelf zegt), geur en smaak. De interne voorstelling en de fysiologie (onder andere houding en biochemische processen) hebben een belangrijke wisselwerking met elkaar. Hieruit ontstaat de stemming en dit stuurt uiteindelijk het gedrag.
Voordat de interne voorstelling tot stand komt wordt de informatie vanuit de buitenwereld gefilterd. Op onbewust niveau wordt er als het ware een keuze gemaakt welke prikkels doordringen tot de interne voorstelling en welke niet. We filteren de informatie op basis van ons begrip van tijd/materie/ruimte en energie, ons taalvermogen, onze herinneringen, beslissingen, metaprogramma’s, waarden, overtuigingen en attitudes.
Vanuit dit model heeft ieder mens dus een unieke waarneming van de wereld. Ben je niet tevreden over hoe je de wereld waarneemt, verander dan je filters. De echte werkelijkheid bestaat dus uit veel meer informatie dan we bewust waarnemen. Onze interne voorstelling kan dus onmogelijk de werkelijkheid bevatten, hetgeen door Alfred Korzybski ‘de kaart is niet het gebied’ is genoemd. We nemen slechts de kaart waar terwijl het gebied veel groter is.
The magic number 7 minus or plus two.
De psycholoog George Miller heeft aangetoond dat we in staat zijn per seconde tussen de 5 en 9 eenheden aan informatie bewust te verwerken. Deze eenheden kunnen overigens variëren in grootte. We automatiseren, waardoor er meer ruimte komt voor nieuwe eenheden. Zo zullen in het proces van het leren autorijden bij de eerste rijles het sturen, gas geven, remmen, schakelen en het kijken in de spiegels als aparte eenheden ervaren worden. Als we het leerproces zijn doorgegaan en voldoende onbewust bekwaam zijn, zullen we het autorijden als een eenheid ervaren er ontstaat nu weer ruimte in ons systeem van waarneming en gedrag om nieuwe dingen aan te leren. We zouden bijvoorbeeld een slipcursus kunnen gaan volgen of leren achteruitrijden met een aanhanger.
De filters van het communicatiemodel
Tijd, ruimte, materie en energie
Het filter tijd, ruimte, materie en energie is een van de meest onbewuste filters. Einstein heeft in zijn speciale relativiteitstheorie aangetoond dat deze begrippen zeer relatief zijn en dus per situatie steeds wisselende waarden hebben.
Het voorbeeld dat de theorie van Einstein inzichtelijk maakt is dat van een trein die 100 kilometer per uur voorbij een perron rijdt waarop een persoon staat. Deze persoon ervaart de trein als een zeer snel bewegend voorwerp. Voor een tweede waarnemer, die in een andere trein zit die gelijktijdig over een andere spoor met dezelfde snelheid met deze trein meerijdt, zal het lijken of diezelfde trein stilstaat. Voor deze tweede waarnemer zal het lijken alsof de persoon, het perron en de rest van de omgeving zich met een snelheid van 100 kilometer in tegenovergestelde richting verplaatsen. Met deze theorie toonde Einstein de betrekkelijkheid van de zintuiglijke waarneming aan en gaf hiermee antwoord op de vraag of de voorstellingen en gedachten die door de zintuiglijke waarnemingen worden opgeroepen wel een volledig en getrouw beeld vormen van de werkelijkheid.
Tijd, ruimte, materie en energie zijn een persoonlijke beleving. Het tijdfilter is nog het meest concrete filter in de beleving van veel mensen, misschien wel omdat tijd een steeds belangrijkere plaats in onze samenleving heeft gekregen. Ondanks dat we de begrippen als tijd, ruimte, materie en energie in meetbare eenheden kunnen weergeven zal de echte beleving van tijd, ruimte, materie en energie steeds per persoon verschillen. Slechts om het meetbaar te maken heeft de mens er logische eenheden van gemaakt, waarna veel mensen ervanuit gaan dat de beleving van deze begrippen per persoon dus ook dezelfde zou moeten zijn. Niets is minder waar.
Zo kan het zijn dat verschillende personen een verschillende beleving hebben van bijvoorbeeld één uur. Ook is het mogelijk dat als we verschillende mensen in dezelfde ruimte plaatsen dat zij deze ruimte op een andere manier ervaren. Dit geldt natuurlijk ook voor materie. Als voorbeeld kunnen verschillende mensen op een verschillende manier de structuur van een stof ervaren.
En tenslotte, veel mensen ervaren dat zij op een verschillende manier energie voelen. En energie is ook bijvoorbeeld het gevoel dat we krijgen bij stralingsenergie (kou/warmte), voortstuwingsenergie (snelheid), zwaartekracht energie (springen/vallen), vormenenergie (bio-geometrie), etc.
Taal
Met taal bedoelen we het vermogen om de externe gebeurtenissen te structureren en er betekenis aan te geven. Net als de andere filters helpt taal ons om structuur te geven aan de hoeveelheid aan informatie die op ons afkomt. We kunnen betekenis geven aan de wereld omdat we het vermogen hebben van de taal. Feitelijk stuurt onze taal onze waarneming.
Hoe groter het taalvermogen, hoe meer schakeringen iemand kan aanbrengen in de structurering van de buitenwereld. Het schilderij krijgt door de taal als het ware meer kleur.
Zo zal een kind dat net leert praten alle soorten auto’s weergeven met het woord ‘auto’ of iets wat daar op lijkt. Pas later leert het kind het begrip auto onder te verdelen in meerdere variëteiten als ‘vrachtauto’, ‘raceauto’, etc.
Zo is bekend dat indianen meer dan 40 woorden hebben om de kleur groen te definiëren. Ze kunnen daardoor meer verschillende kleuren groen onderscheiden dan de gemiddelde westerse mens.
Hoe belangrijker verschijnselen in een bepaalde cultuur zijn, hoe meer verschillende woorden er zijn om deze zaken weer te geven en hoe meer onderverdelingen van deze zaak er in woorden kunnen worden gemaakt.
Herinneringen en beslissingen
Je gedrag in het nu wordt bepaald door je herinneringen en beslissingen uit het verleden.
Om structuur te geven aan alle informatie die op ons afkomt, koppelen we deze informatie aan datgene wat we ooit al eens hebben ervaren. Bovendien houden we ons wereldmodel (onze waarheid) in stand door de besluiten die we over onszelf en de wereld hebben genomen aan de hand van die ervaringen.
Zo kan bijvoorbeeld regen makkelijk worden tot ‘slecht weer’ en zon tot ‘goed weer’. John Locke (1632-1704) was de eerste filosoof die uitging van het standpunt dat we geen enkel bewustzijn hebben voordat we een zintuiglijke ervaring hebben gehad. Later zou de filosoof Immanuel Kant (1724-1804) ons systeem typeren als een actief vormende instantie. Het ontvangt niet alleen waarnemingsindrukken van buitenaf maar doet er ook iets mee. En ieder persoon doet er op zijn manier weer iets anders en unieks mee op basis van eerdere zintuiglijke ervaringen en beslissingen. Zo kunnen twee mensen een verschillende voorstelling van zaken geven terwijl ze precies hetzelfde hebben meegemaakt. Ze laten ieder voor zich dingen weg en ze vervormen en generaliseren de situatie op basis van de eigen, unieke, herinneringen en beslissingen.
Metaprogramma’s
Metaprogramma’s zijn stijlen van waarnemen en denken en vormen één van de meest onbewuste filters. Ze zorgen er, net als de andere filters, voor wáár we aandacht aan besteden. Metaprogramma’s worden ook wel ‘sorteerstijlen’ genoemd, omdat ze ervoor zorgen hoe we informatie sorteren.
Vanuit het onderzoek van George Miller weten we dat we in staat zijn per seconde tussen de 5 en 9 eenheden aan informatie bewust te verwerken. Metaprogramma’s is als het ware de ‘software’ die ervoor zorgt aan welke eenheden er aandacht wordt besteed. Ieders denken wordt gestructureerd volgens 18 metaprogramma’s die bepalen welke informatie door die persoon als belangrijk gezien wordt. Iedereen heeft daarmee zijn eigen, complexe combinatie van metaprogramma’s die je kunt leren herkennen en waarmee je kunt leren werken. Zo voorkom je onnodige miscommunicatie en kun je makkelijker overtuigen, motiveren en beïnvloeden.
Waarden
Waarden zijn die dingen die je belangrijk vindt in je leven. Ze motiveren je vooraf om te doen wat je doet en achteraf evalueren ze hoe tevreden je bent met het resultaat. Ze staan in de filters, omdat ze sturen waar jij in je waarneming aandacht aan besteedt.
Ze sturen ieder moment van de dag op onbewust niveau en je kunt je er bewust van worden. Zo zal iemand die ‘respect’ in zijn waardenlijst heeft het eerder opvallen als hijzelf of andere mensen minder respectvol behandeld worden dan iemand die deze waarde niet heeft. En zal iemand die ‘gezondheid’ in zijn waarden lijst heeft staan eerder bereid zijn om gezond te eten, te bewegen of het roken te vermijden dan iemand die deze waarde niet heeft.
Overtuigingen
Overtuigingen zijn machtige en krachtige werkingsmechanismen die onze waarneming over onszelf en de wereld ieder moment van de dag sturen en ons wereldmodel in stand houden.
Overtuigingen geven zekerheid in ons leven, terwijl het tegelijkertijd onze valkuil kan zijn.
Onze herinneringen en de daaraan gekoppelde overtuigingen kunnen ons namelijk ook in het hier en nu wel eens in de weg zitten. Zo zal iemand die veel herinneringen heeft van de momenten dat hij niet zo goed uit zijn woorden kwam tijdens het spreken in het openbaar, zich in het hier en nu zeer waarschijnlijk niet zo makkelijk als eerste melden voor het houden van een toespraakje. Hier spreken we van een beperkende overtuiging. Andersom is gelukkig ook waar. Iemand die zich een aantal momenten herinnert dat hij succesvol was in het spreken in het openbaar, zal het in het hier en nu makkelijker vinden om een toespraakje te houden.
Je zult merken dat het besluit dat we over onszelf of de wereld genomen hebben vaak niet eens zoveel met de eigenlijke gebeurtenis te maken heeft, maar veel meer met de manier waarop we die gebeurtenis aan onszelf hebben weergegeven.
Attitudes
Attitude is een ander woord voor houding. Een manier waarop je op situaties reageert. Van deze gewoonte zijn we ons niet altijd bewust. Attitudes zijn sterk gekoppeld aan waarden en overtuigingen. Je zou ook kunnen zeggen dat een attitude een geheel aan waarden en overtuigingen is met betrekking tot een bepaalde context. In de waarneming zal het je opvallen als iemand andere gewoontes heeft dan jij, vooral als die ook nog eens gestuurd worden door andere waarden en overtuigingen.