Chunking
Chunking oftewel in stukken verdelen is een techniek om de informatie overzichtelijk te rangschikken. Het gaat hier om generalisaties, vergelijken en details. Met chunken kun je veranderen van abstractie niveau.
Van een abstract naar een concreter niveau gaan noemen we downchunken en van een concreet naar een abstracter niveau gaan noemen we upchunken. Het horizontaal gaan over hetzelfde abstractieniveau noemen we lateraal-chunken.
Mensen hebben leren te generaliseren. Dit is een zeer belangrijke vaardigheid, omdat we hiermee de wereld om ons heen kunnen begrijpen. We zouden immers elke keer als we een stoel tegen zouden komen en deze niet volkomen identiek was aan de eerste stoel die we ooit gezien hadden en benoemd hadden als stoel, opnieuw moeten leren kennen. Generalisatie kan echter ook tot beperking leiden. Denk hierbij maar eens aan probleemsituaties. Eén keer angst gehad bij het spreken in het openbaar kan in het vervolg leiden tot angst voor elke presentatie.
Door te generaliseren zijn we in staat het doel dat we voor ogen hebben in de gaten te houden. Om ons doel nader te specificeren, is het noodzakelijk dat we oog hebben voor de details.
Als we te veel generaliseren komen we los te staan van onze ervaringen. Zijn we te veel gericht op details, dan zien we door de bomen het bos niet meer. Een goede balans tussen beide helpt ons de binnenkomende informatie op efficiënte wijze te rangschikken.
Kortom: mensen denken in grote generalisaties (grote chunks), of details (kleine chunks), of ergens daartussen. De ene manier is niet beter dan de andere, maar is afhankelijk van de situatie en de doelen die we ons stellen. Het is wenselijk over de mogelijkheid te beschikken de chunk-grootte te ontdekken, te benutten en te veranderen indien noodzakelijk, zowel bij onszelf als bij anderen. Ook de wijze waarop iemand bepaalde chunks aan elkaar verbindt, verschaft ons relevante informatie.
De chunk niveaus die we onderscheiden zijn:
- Upchunken
- Lateraal chunken
- Downchunken
Het generaliseren, de ervaringen combineren tot een groter geheel noemen we upchunken.
Alternatieven genereren, vergelijkingen maken noemen we lateraal chunken.
Detailleren, ons gedrag specificeren noemen we downchunken.
Vragen die kunnen helpen bij het:
Upchunken:
- Van welke grotere categorie maakt dit onderwerp of deze vraag deel uit?
- Wat levert het op?
Downchunken:
- Hoe precies?
- Wat precies?
- Wat heb je nodig?
Lateraal-chunken:
- Wat lijkt hierop?
- Wat is hiermee vergelijkbaar?
- Wat is overeenkomstig?